
Spreekwoorden: (1914)
Iemand met den nek aanzien.Hetzelfde als: iemand den nek, den rug toekeeren (Ndl. Wdb. VII, 1982), iem. geen blik waardig keuren, met verachting bejegenen; over schouder aanzien (Winschooten, 253; De Brune, Bank. II, 226; fri. op 'e side oansjen, skouderje). Zie Campen, 109 en 119: Hy siet hem mit d...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iemand met den nek aanzien.Hetzelfde als: iemand den nek, den rug toekeeren (Ndl. Wdb. VII, 1982), iem. geen blik waardig keuren, met verachting bejegenen; over schouder aanzien (Winschooten, 253; De Brune, Bank. II, 226; fri. op 'e side oansjen, skouderje). Zie Campen, 109 en 119: Hy siet hem mit d...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.